FR: Le château d‘eau: l’alimentation en eau potable
NL: Watertoren: Drinkwatervoorziening
EN: Water Tower: Drinking Water Supplies
Als Anfang des 20. Jahrhunderts erste Planungen für eine Wasserleitung begannen, erfolgte die Wasserversorgung noch über Hausbrunnen, bei Trockenheit auch durch Entnahme aus Bachläufen. Durch die Nähe zu Dungstätten war das Trinkwasser immer wieder verunreinigt, wodurch es zu Typhuserkrankungen kam. In Brandfällen mangelte es oft an Löschwasser. Aufgrund der Höhenlage von Rocherath-Krinkelt war die Anlage einer Wasserversorgung durch Selbstdruck nicht möglich. Ein Projekt mit Turbinenpumpwerk an der Holzwarche wurde aus finanziellen Gründen abgelehnt. Erst mit Anschluss der Ortschaft an das Stromnetz (1933) waren gute Voraussetzungen für den Betrieb einer Wasserleitung vorhanden. Die Arbeiten dauerten von 1934 bis 1936. Im Quellgebiet Saßenvenn wurden Quellen eingefasst und ein Pumpwerk errichtet. Von dort gelangte das Wasser mit Elektropumpen in den auf der höchsten Stelle des Dorfes errichteten Wasserturm. Durch Gussleitungen lief das Wasser dann mit Selbstdruck zu den einzelnen Häusern. Kurz nach der Ardennenoffensive wurde der von mehreren Granaten getroffene Wasserturm gesprengt. Die Leitungen, die zahlreiche Bruchstellen durch Artillerieeinschläge aufwiesen, wurden 1949-50 instandgesetzt, der Wasserturm 1951-52 neu erbaut. 1983 wurden die maroden Gussleitungen durch Kunststoffrohre ersetzt. Der Wasserturm wurde 2010 technisch aufgerüstet und 2013 neu verkleidet.
Au début du 20e siècle, alors que commençaient les premières planifications pour un système de conduite d’eau, les habitants s’alimentaient encore à leurs propres puits et, en période de sécheresse, directement au ruisseau. Vu la proximité des fumiers, l’eau était souvent polluée et les cas de typhus n’étaient pas rares. En cas d’incendie, on manquait souvent d’eau pour éteindre le feu. Vu l’altitude de Rocherath-Krinkelt, l’aménagement d’un système d’approvisionnement en eau par pression naturelle n’était pas envisageable. Pour des raisons financières, le projet de turbines hydrauliques sur la Holzwarche avait été rejeté. Ce n’est qu’avec le raccordement du village au réseau électrique (en 1933) que les conditions étaient réunies pour mettre en place un système centralisé d’approvisionnement en eau. Les travaux ont duré de 1934 à 1936. Ils consistaient à capter des sources dans la zone propice de Saßenvenn et à construire une station hydraulique qui permettait, à l’aide de pompes électriques, d’acheminer l’eau jusqu’au château d’eau érigé au point culminant du village. La pression ainsi exercée permettait d’amener l’eau par des conduites en fonte jusqu’aux habitations. Peu après la bataille des Ardennes, le château d’eau, endommagé par plusieurs obus, a été démoli à la dynamite. Les conduites, endommagées par les nombreux impacts d’artillerie, ont été réparées en 1949-50 alors que le château d’eau a été reconstruit en 1951-52.
En 1983, les conduites en fonte délabrées ont été remplacées par des tubes en matière plastique. Les installations techniques du château d’eau ont été modernisées en 2010 et le bâtiment lui-même a été doté d’un nouveau revêtement en 2013.
Toen in het begin van de 20e eeuw de eerste plannen voor een waterleiding werden gemaakt, werd het water nog uit eigen waterputten gehaald, bij droogte ook uit beken. Door de nabijgelegen mestputten was het drinkwater steeds weer verontreinigd, waardoor er tyfus uitbrak. Bij brand was er vaak onvoldoende bluswater.
Doordat Rocherath-Krinkelt hoog gelegen is, was een watervoorzieningsinstallatie met natuurlijke druk niet mogelijk. Een project met een turbinepompstation aan de Holzwarche werd om financiële redenen verworpen. Pas toen het dorp op het stroomnet werd aangesloten (1933), bestonden er gunstige voorwaarden voor de exploitatie van een waterleiding. De werken duurden van 1934 tot 1936. In het brongebied Saßenvenn werden bronnen omsloten en werd een pompstation opgericht. Van daaruit geraakte het water met elektrische pompen tot in de watertoren die op het hoogste punt van het dorp was gebouwd. Het water liep dan met natuurlijke druk door gietijzeren leidingen naar de verschillende huizen.
Kort na het Ardennenoffensief werd de door granaten beschadigte watertoren opgeblazen. De leidingen vertoonden talloze breuken door artillerieinslagen en werden in 1949-50 gerepareerd, de watertoren werd in 1951-52 nieuw gebouwd. In 1983 werden de volkomen verouderde gietijzeren leidingen vervangen door kunststofbuizen.
De watertoren werd in 2010 technisch uitgerust en in 2013 opnieuw bekleed.
As the first plans for a water pipe appeared in the early 20th century, the water supply still came from private wells and would be supplemented by water extracted from streams during droughts. Near dung heaps the drinking water would be repeatedly contaminated leading to cases of typhus. When fires broke out, there was often insufficient water to fight them.
Because of the altitude of Rocherath-Krinkelt, it was not possible to develop a water supply system that could use the pressure of the water itself. A project with turbine pumps on the Holzwarche was rejected for financial reasons. After World War I, a second attempt was required.
Once the village was connected to the electricity network (1933), good conditions now existed for undertaking a water pipe. The works lasted from 1934 to 1936. In the Saßenvenn headwaters, sources were captured and a pumping station erected. From there the water, with the help of electric pumps, ran to the water tower built on the highest point in the village. The water then flowed through cast-iron pipes under its own pressure to individual homes.
After the Battle of the Bulge, US troops blew up the largely undamaged water tower so that its stones could be used for road repairs.
The pipelines that showed numerous fractures from artillery impact were repaired in 1949-50 and the water tower was fully rebuilt in 1951-52.
In 1976 plastic pipes were used to replace the ailing cast-iron pipes. The water tower was given a technical upgrade and in 2013 it was refaced.